Benieuwd wat we besproken hebben? Lees dan vooral verder! Wil je meepraten, heb je ideeen, vragen of opmerkingen? Laat het ons weten via een mail aan karianne.vermaas@u-techcommunity.nl.
- Kwalitatieve schaalbaarheid
Karianne trapt af met een van de punten die vorige keer besproken is: “Aan de ene kant wil je creatief zijn in je oplossingen, je wilt vrijheid hebben. Aan de andere kant wil je naar schaalbaarheid. Want met kleine initiatieven kun je wel hele goede dingen doen, hele sympathieke dingen doen, maar het moet ook optellen bij die grote opgave die we allemaal hebben”.
Sjoerd van der Maaden van auticon haakt daarop in: “Maar schaalbaarheid is niet alleen een kwantitatieve enabler, wat mij betreft, maar ook een kwalitatieve enabler. En daar zou ik ook wel voor willen pleiten om schaalbaarheid niet alleen als een uitdaging te zien, maar ook als een kans. Maar dan zul je dus in je bedrijfsmodel denk ik ook wat andere kentallen moeten hanteren. Misschien werken mensen minder uren dan de gewenste 40, iets meer begeleiding, dat soort zaken. Dus daar kunnen we elkaar denk ik ook gewoon in inspireren”.
Nico deelt deze opvatting: “Je zult op een hele andere manier moeten kijken. Je moet het ten eerste niet zien als een verplichting. Als iedereen zegt, het is een verplichting, dan denkt iemand, jeetje, daar moet ik iets mee. Nee, je moet het als een kans zien in de arbeidsmarkt waar zoveel tekorten zijn, dat je een kans moet hebben om dit soort mensen de kans te geven om weer een purpose in hun leven te krijgen”.
- Iedereen worstelt met hetzelfde
Ook hebben we vorige keer gesproken over de mogelijkheden om samen iets op te pakken, want de grotere bedrijven met een Social Return verplichting zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Frans Hellings van Brunel: “Wat bij mij van de vorige keer is blijven hangen, is inderdaad dat we – als je kijkt vanuit het perspectief van het commerciële bedrijf dat zaken doet met de overheid en die verplichting in haar contracten heeft - eigenlijk veel dezelfde of vergelijkbare verplichtingen hebben waaraan we moeten voldoen. En iedereen worstelt ermee. Zou je hier niet iets samen kunnen doen iets kun je combineren waardoor je waardoor je wat makkelijker die social return kunt realiseren?”
Ellen Dieperink, die namens Defensie aan tafel zat: “Het zou inderdaad heel mooi zijn als er een maatschappelijk iets is waar we aan kunnen bijdragen. Maar dan zit je weer met je concurrentie tussen de verschillende leveranciers, op basis waarvan wij weer een selectie maken. Dus dan is het heel lastig als alle leveranciers ineens één doel hebben en daar een social return aan besteden”.
- Maatschappelijke in plaats van contractuele verplichting
Frans: “Ik zie het als een maatschappelijke verplichting die je als bedrijven hebt, misschien wel samen met de partners van de overheid. Je zou het uit die contractorsfeer moeten trekken. Nu moet je 5% van je omzet je omzetten in social return. Kunnen we het niet op een andere manier met elkaar organiseren? Laten we beginnen bij de mensen die het moeilijk hebben om aan het werk te komen. Als je daar iets voor kan bedenken. Misschien in de gezamenlijkheid van meerdere partijen. Maar dan moet je het ook een beetje uit de commerciële sfeer halen. Dan zie je het als een maatschappelijke verantwoordelijkheid die je met elkaar hebt”.
Eva Buijnster van de Social Return Desk van de Gemeente Utrecht belicht de kant van de opdrachtgever: “Social Retrun is inderdaad geen doel op zich. Je wilt als opdrachtgever aan de Europese wetgeving voldoen, zo maatschappelijk mogelijk je opdrachten uitzetten, zoveel mogelijk impact maken. En tegelijkertijd wil je ook een netwerk creëren in plaats van dat er een vinkje wordt gezet. Dus ik hoor ook net die samenwerking opzoeken met sociale ondernemingen. Dat is natuurlijk fantastisch!”
- Arbeidsparticipatie is lastig
Arbeidsparticipatie wordt vaak gezien als het hoogste goed in Social Return. Frans geeft aan dat dit niet eenvoudig is en benadrukt nogmaals het belang en de kansen die samenwerking biedt: “Arbeidsparticipatie is één, maar je hebt ook sociaal inkopen en je hebt ook maatschappelijke projecten. De afgelopen periode zie ik gewoon dat arbeidsparticipatie binnen ons bedrijf heel lastig is. Dat betekent: we hebben gewoon weinig kandidaten in die doelgroep. En dan hebben we zelfs nog een brede doelgroep. En dan toch is het moeilijk om goede kandidaten te kunnen opvoeren. Dus we hebben nu heel erg ingezet op maatschappelijke projecten. Maar maatschappelijke projecten is weer een heel andere tak van sport. Dus daar moet je ook weer op een bepaalde manier mee omgaan. Dus het is en blijft een worsteling. En daarom: als je iets samen kunt doen, helpt dat.”
- Opdrachtgevers zoeken naar mogelijkheden
Vanuit de Social Return Desk van de gemeente Utrecht kan Eva goed aangeven hoe opdrachtgevers ook nog zoekende is en hoe ze daarmee omgaat: “Zelf heb ik aan de voorkant bij aanbestedingen gesprekken en dan proberen wij een paar dingen te doen. Wij proberen intern onze eigen projectleiders die een aanbesteding opzetten op te voeden. Dus even een heel concreet voorbeeld. Als er iets in de contacteisen staat zoals: diegene die hier iets komt doen, moet een VOG overleggen en Nederlands spreken. Wat voor VOG is dat dan? Moet hij wel echt Nederlands kunnen spreken? Ja of nee? Het is fijn als wij ook gevoed worden door organisaties zoals jullie. Waar zitten die problemen nou bij die mensen die wel ingezet kunnen worden, maar waar het vaak op stuk loopt?”
Als het om doelgroepen gaat, vraagt Josje Dikkers van Hogeschool Utrecht aandacht voor jongeren: “Helaas zien we dat het steeds vaker jongeren zijn die heel vaak al op heel jonge leeftijd, al niet meer in staat zijn om dingen te doen, worden bestempeld en gestigmatiseerd. Terwijl er vaak ook nog dingen mogelijk zijn. Het zijn mensen van rond de 18, 20, 21 jaar. Dat is echt een heel grote instroom. Daar doen wij vanuit ons lectoraat onderzoek naar. En maken bijvoorbeeld functieanalyses. Wat zijn projecten en taken die deze jonge mensen wél zouden kunnen doen. Daar hebben we bijvoorbeeld ook onze eigen studenten op het gebied van Human Resource Management, voor om daarover mee te denken, maar ook studenten social work, ook ICT-studenten, die waar het even kan ook bijdragen aan projecten”.
Eva is open over de uitdagingen die opdrachtgevers ervaren: “Wij vinden het ook lastig om te beoordelen op kwaliteit met social return, merken we. Omdat natuurlijk het ene niet beter dan het ander is. Je mag niet voorschrijven, het moet x aantal dit of dat zijn. Dus vandaar dat ik vooral ook zou zeggen, kijk of je je leveranciers kunt uitdagen om samen te gaan werken met sociale ondernemers. Wij maken dan vaak een maatwerkparagraaf van: wij zien kansen op dit en dit gebied; je mag tot 15% inschrijven, maar dan wil ik wel graag horen hoe je dat gaat doen”.
- Sociale ondernemers hebben capaciteit, kennis en ervaring
Charlotte Povel van Social Return Company: “Er zijn sociale ondernemers die bij uitstek heel erg goed zijn in het trainen van mensen met afstand op de arbeidsmarkt. En die hebben de capaciteit, de kennis en ervaring. Sommige bedrijven zetten mensen in van of een 2testIT of van een auticon of van een Swink in en die zorgen dan dat die mensen daar, dus eigenlijk worden getraind door de sociale ondernemer om vervolgens bij hen hen dienst te komen. Dan heb je een win-win situatie. Want je hebt een nieuwe IT werknemer en je zorgt ervoor dat de IT training eigenlijk al wordt gedaan door de sociale ondernemer die daarvan ook de expertise heeft. Dus ik denk dat dat een heel belangrijk punt is”.
Sjoerd: “En weet ook dat de volledige factuur van in ieder geval geregistreerde social enterprises als social return geldt. Dus met andere woorden, je krijgt dan je IT value en 100% social return value.”
Grote bedrijven moeten wel goed kijken naar de vraag die ze stellen aan deze sociale ondernemingen. Nico: “Als je mij vraagt naar een heel erg complexe Scrum Agile Master die teams van twintig mensen gaat aansturen, die hebben wij niet. Dus wat grote IT-bedrijven moeten realiseren, en dat doet Defensie wel goed, is om aan de onderkant van die IT-arbeidsmarkt werk te detecteren wat gedaan kan worden door mensen die dat en kunnen en leuk vinden dan kan je als grote bedrijf kan je zeggen: we gaan via jobcarving gaan we dit soort werk naar beneden halen en deze mensen zijn daarbij uitstek geschikt voor om dit te kunnen doen. Maar als je aan mij gaat vragen om een Scrum Master die 100 testers aanstuurt, ja dat gaat niet werken.”
Marjolijn vult aan: “Daar zit wel een achilleshiel. In de IT horen wij dit bij U-TECH community altijd terug. We moeten het schaap met vijf poten en niet die met drie. Of het eentje met twee en met drie en die zijn samen vijf. Dus daar ligt een kernprobleem”.
Eva: “Het is ook heel belangrijk dat je als gemeente of andere opdrachtgevers gewoon je bewust bent van wat je vraagt. En niet dat je zo'n leverancier een beetje in het diepe gooit. Het is co-creatie, het is win-win. En daarom proberen wij ook echt te kijken hoe we aan de voorkant dus ook kunnen zeggen, nou kunnen we niet een perceel eruit halen? Kunnen we die niet rechtstreeks gunnen aan een sociale partij, als het over IT gaat bijvoorbeeld?”
- Nog veel van elkaar te leren en te inspireren
Een conclusie die we nu al kunnen trekken is dat we nog veel te leren hebben van elkaar, en we kunnen elkaar inspireren en verder helpen. We delen graag inzichten. Sjoerd: “Ik denk dat het heel goed is dat we gewoon ook onze successen etaleren. Ik denk dat U-TECH community daar een prima vehicle voor is. Met z'n allen hebben wij denk ik hele mooie opdrachten”.
In 2025 organiseren we vanuit U-TECH community weer een bijeenkomst rondom Social Return. Dan plannen we een werksessie en gaan we van praten naar actie! Wil je meepraten, heb je ideeen, vragen of opmerkingen? Laat het ons weten via een mail aan karianne.vermaas@u-techcommunity.nl.